Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik
A jaar Paasnacht - Grünewald De opstanding
Matthias Grünewald (Mathis Gothart of Neithardt): het Isenheimer Altaar
De gekruisigde overwint het lijden
door Jan Ridderbos
Beloken Pasen. Protestantse theologen die in liturgisch opzicht wel van de klok maar niet van de klepel weten, geven een merkwaardige uitleg van die naam. Op Beloken Pasen worden de luiken van het hoogaltaar gesloten. Zij weten blijkbaar meer dan de ter zake kundigen, want die leggen ons uit dat we eigenlijk zeer weinig weten van de gewoontes van het openen en het sluiten van de luiken. Gelukkig bestaan er ook nog woordenboeken. En die helpen ons, gewone kerkgangers, uit de droom. Op Beloken Pasen worden niet de luiken van het hoofdaltaar gesloten. Op Beloken Pasen wordt de octaaf van Pasen afgesloten.
Taalkundig heeft in de uitdrukking Beloken Pasen het woord beloken niets te maken met de luiken van het altaar. Het gaat om een werkwoord luiken (en dus geen zelfstandig naamwoord). En dat woord betekent sluiten. Niet de luiken worden gesloten (dan zou deze zondag Beloken Luiken geheten hebben), maar het Paasfeest wordt afgesloten. Inclusief de Eerste Paasdag is Beloken Pasen de achtste dag. In het potjeslatijn van de kerk heet een periode van acht dagen een octaaf (een woord dat we ook uit de muziek kennen). De drie Hoge Feesten van de kerk hebben een octaaf: de octaaf van Kerst eindigt op 1 januari, het Feest van de Besnijdenis. De octaaf van Pasen eindigt op Beloken Pasen. En de octaaf van Pinksteren eindigt op Zondag Drie-eenheid.
Het Isenheimer Altaar
Het Isenheimer Altaar plaatst de mensen van het sluiten van de luiken voor grote problemen. Want het altaarstuk is geen drieluik, maar een veelluik. Op een van de vele luiken staat de allermooiste afbeelding van Pasen die we kennen.
Als alle luiken gesloten zijn, zien we een afbeelding van de gekruisigde Heer. Onder deze voorstelling is een afbeelding van de Bewening van Christus. Tweemaal de Christusfiguur, tweemaal op een zeer bijzondere wijze afgebeeld. Christus is afgebeeld als lijder aan het Sint-Antoniusvuur. Het is een vorm van pest waardoor het lichaam getekend wordt door pestbuilen. Van oudsher wordt er een verbinding gelegd met de heilige Sebastiaan, die werd doorzeefd door vele pijlen. Nadat die pijlen uit zijn lichaam getrokken waren, ontstonden builen die op pestbuilen leken. Aan de rechterhand van Christus staat dan ook Sebastiaan afgebeeld. Aan de linkerzijde staat de heilige Antonius, van wie geloofd werd dat hij de vreselijke ziekte ongedaan kon maken.
De luiken zijn nog dicht. We zien de opgestane Heer nog niet. Ons wordt duidelijk gemaakt dat de gestorven Heer en Heiland inderdaad de Man der Smarten is. Eigenlijk is nu ook wel duidelijk waar dit altaarstuk heeft gestaan: het had een centrale plaats in de ziekenzaal van de commanderij van Isenheim, een instelling van de Antoniusbroeders of Antonianen.
Het bijzondere van het altaarstuk is dus de complete vereenzelviging van de Lijdende Christus met de lijders aan het Sint Antoniusvuur.
Christus, de zoon van Maria, de Lichtman
Als het eerste stel luiken opengaat, ontvouwt zich voor onze ogen een uiterst kleurrijk en feestelijk geheel. Links de aankondiging aan Maria en de lofzang van de engelen. Rechts twee voorstellingen van Christus: als Kerstkind in de armen van zijn moeder en als de opgestane Heer. De Man der Smarten verrijst als de Lichtman. Hij staat niet alleen op uit het graf, hij stijgt op ten hemel. De opstanding van Christus is zijn Hemelvaart. Arme theologen die het allemaal niet meer kunnen volgen. Maar de schilder laat in de pestzaal zien wie Christus voor hem is: de Heerser over deze wereld en het Licht voor deze wereld, Zonne der gerechtigheid.
Als het tweede stel luiken opengaat, dan verdwijnt de afbeelding van de gestorven Heer. In plaats daarvan zien we, in houtsnijwerk, afbeeldingen van de apostelen. Pasen is dus niet alleen Hemelvaart, maar ook Pinksteren: de boodschap over deze Man der Smarten mag de wereld in.
We weten niet wanneer in Isenheim luiken geopend of gesloten werden. We weten wel dat alle afbeeldingen met elkaar een duidelijke boodschap hadden aan de pestlijders in het ziekenhuis: de Man der Smarten heeft ook uw lijden gedragen EN dat overwonnen.
*********
Matthias Grünewald (Mathis Gothart of Neithardt): het Isenheimer Altaar, 1510-1515, middendeel 269 x 307 cm; zijpanelen 232 cm x 75 cm; de predella 76 cm x 340 cm.
Dr. Jan Ridderbos (1942), emeritus-predikant, werd als jongetje door Willem Sandberg van het Stedelijk Museum (Amsterdam) ingewijd in de kunst van het kijken.