ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Artikelen kerk en kunst

Abraham en Isaak, een beeldverhaal: M.Hengelaar

Abraham en het offer van Isaak: een beeldverhaal
 
Marleen Hengelaar-Rookmaaker
 
Het onderstaande ‘beeldverhaal’ vertelt de geschiedenis van het offer van Isaak letterlijk in beelden, namelijk d.m.v. schilderijen met steeds een korte toelichting. Dit materiaal leent zich goed voor een presentatie in een samenkomst of dienst, zo nodig aangevuld of ingekort.
 
Laten we eerst het verhaal lezen zoals het in Genesis wordt verteld.
 
Genesis 22:1-19 - Abraham op de proef gesteld
Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei Hij. ‘Ja, ik luister,’ antwoordde Abraham. 2 ‘Haal je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die Ik je wijzen zal.’
 
3 De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. 4 Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte 
liggen. 5 Toen zei hij tegen de knechten: ‘Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug. ’
 
6 Hij pakte het hout voor het offer, legde het op de schouders van zijn zoon Isaak en nam zelf het vuur en het mes. Zo gingen die twee samen verder. 7 ‘Vader,’ zei Isaak. ‘Ja, mijn zoon, ik luister,’ antwoordde Abraham. ‘We hebben vuur en hout,’ zei Isaak, ‘maar waar is het lam voor het offer?’ 8 Abraham antwoordde: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn zoon.’ En zo gingen die twee samen verder.
 
9 Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. 10 Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten. 11 Maar de engel van de HEER riep vanuit de hemel: ‘Abraham, Abraham!’ ‘Ja, ik luister,’ antwoordde hij. 12 ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet Ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt Mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’ 13 Toen Abraham om zich heen keek, zag hij achter zich een ram, die met zijn hoorns verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. 14 Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien’. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.’
 
15 Toen sprak de engel van de HEER opnieuw vanuit de hemel tot Abraham. 16 Hij zei: ‘Ik zweer bij mijzelf – spreekt de HEER: Omdat je dit hebt gedaan, omdat je Mij je zoon, je enige, niet hebt onthouden, 17  zal Ik je rijkelijk zegenen en je zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zand op het strand langs de zee, en je nakomelingen zullen de steden van hun vijanden in bezit krijgen. 18  En dankzij jouw nakomelingen zullen alle volken op aarde zich gezegend noemen. Want jij hebt naar Mij geluisterd.’
 
19 Daarna ging Abraham terug naar zijn knechten. Samen gingen ze weer op weg naar Berseba, en daar bleef Abraham wonen.
 
 
Op deze middeleeuwse houtsnede zijn al de verschillende elementen weergegeven waaruit het verhaal van het offer van Isaak bestaat. Rechts draagt Abraham het vuur en zijn mes, terwijl Isaak een bos hout op zijn rug draagt. Samen zijn ze op weg naar de plaats van het offer. Links zit Isaak geknield klaar met verschrikt opgeheven handen en heft Abraham zijn mes, dat door engel wordt tegengehouden. Met zijn andere hand zien we de engel wijzen. Waarnaar? Naar de ram die achter Abraham staat.
 
Dit is in een notendop het verhaal in Genesis 22. Het is wel de buitenkant van het verhaal, want we zien op deze houtsnede slechts beperkt wat voor dramatische emoties dit alles moet hebben opgeroepen. Het zijn juist deze emoties die kunstenaars van later eeuwen hebben proberen te vangen. Want het is nogal een geschiedenis, een geschiedenis met drie hoofdpersonen: Abraham, de vader van vele volkeren betekent zijn naam; zijn zoon Isaak – je enige van wie je zoveel houdt, vertelt de bijbeltekst – en God. Het verhaal draait om hun onderlinge relaties èn om de belofte dat Abraham veel nakomelingen zal krijgen. De hele reden voor deze onmogelijke opdracht is dat God Abraham test, staat in de tekst. Kan Abraham zich echt helemaal op God verlaten en hem volkomen vertrouwen? Zelfs tot het punt dat hij bereid is zijn zoon het leven te ontnemen? En Isaak? Is hij bereid te gehoorzamen en kan hij vertrouwen dat zijn vader en God het beste met hem voor hebben?
 
We gaan door het verhaal heen aan de hand van een reeks afbeeldingen die samen het verhaal vertellen. Het is boeiend om te ontdekken dat ieder kunstwerk het verhaal weer net even anders benadert en eigen accenten legt.
 
Chagall: Abraham et Isaac en route vers le lieu du Sacrifice, ca.1931; gouache en olieverf op papier, 62 x 48.5 cm.
 
We beginnen met een schilderij van Chagall. We zien Abraham en Isaak op weg naar de offerplaats. Het werk zoomt in op wat hen innerlijk bezighoudt. Wat zal er veel door hen heen zijn gegaan. Het is alsof Abraham zijn ogen gesloten houdt voor Isaak die naast hem loopt en zich helemaal op God en zijn beloftes probeert te concentreren. Naast het mes heeft hij een kaars in zijn hand – het vuur – maar als kaars hier een teken van licht en hoop. Isaak is naakt, totaal kwetsbaar. Met zijn armen maakt hij een zelfbeschermend gebaar. Vol om voorrang strijdende emoties en gedachten lopen zij verder.
 
Jan Victors: Abraham en Isaac voor het offer, 1642, olieverf op doek, 69 x 65 cm.
 
Dit schilderij van Jan Victors toont Abraham en Isaac vóór het offer – dat is de titel van het werk. Abraham heeft nog geen altaar gebouwd.
 
We zien een zich schrap zettende Isaak; zijn vragende hand staat in het centrum van het werk. ‘Waar is het lam?’ Abraham kijkt hem liefdevol in de ogen en stelt zijn zoons linkerhand gerust. Zijn andere hand legt hij beschermend op zijn schouder. ‘Wees maar niet bang, God zal in een offerlam voorzien,’ zegt hij. Hij blijft vertrouwen. Maar ook Isaac kiest voor vertrouwen. Hij gaat zijn vader niet te lijf of rent niet hard weg. Wat een hartverscheurende scène!
 
Nicolaes Maes: Het offer van Abraham, 1653-1655, olieverf op doek, 113 x 91,5 cm.
 
Op dit schilderij van Nicolaes Maes heeft Abraham een altaar gebouwd in een donker en dramatisch berglandschap. Hij trekt net zijn mes. Isaak ligt naakt op het altaar, met lendendoek om. Waar doet dit ons aan denken? Juist, aan Jezus aan het kruis. Nicolaes Maes legt hier het verband met Jezus, het nieuwtestamentische offerlam, het offerlam bij uitstek. De geschiedenis over het offeren van Isaac werd dan ook al vroeg gezien als voorafschaduwing van de kruisiging. God zal daar zelf in een lam voorzien door middel van zijn eigen zoon. De schilder heeft Isaac hier in een houding gelegd die aan de kruisiging doet denken (zij het omgedraaid), met het volle licht op het slachtoffer. Of is Isaac zelf hier de lichtbron?
 
Dan komt van achter een donkere wolk die Gods majesteit benadrukt een engel aanvliegen, zijn hand klaar om Abraham te stoppen. Maar het zou ook een zegenend gebaar kunnen zijn.
 
Govert Flinck: Het offer van Isaak, ca. 1635, olieverf op paneel, 48.2 x 37.2cm. 
 
Govert Flinck toont min of meer hetzelfde moment, maar legt net een ander accent. De engel is hier net iets dichterbij dan op het vorige schilderij. Abraham laat van schrik het mes uit zijn handen vallen en houdt zijn andere hand beschermend tegen het licht voor zijn ogen. Ook Isaak draait zijn gezicht weg van het overweldigende licht. De engel kijkt liefdevol naar Abraham. Het accent ligt hier op Gods lichtende majesteit, die tevoorschijn komt vanachter een dikke wolk.
 
 
Jan Lievens: De engel weerhoudt Abraham om Isaak te offeren, ca. 1640, olieverf op doek, 299 x 173 cm.

Ook dit grote schilderij van Jan Lievens toont het moment dat de engel Abraham ervan weerhoudt om Isaak te offeren. Het gaat me vooral om Isaak, die hier wat jonger is afgebeeld en als een klein kind in wanhoop zijn handen naar de engel uitstrekt. Of is de engel hier zijn reddende engel, die hij met beide handen verwelkomt? Beide, denk ik. Wat een dramatisch tafereel!
 
Met zijn rechterhand wijst de engel naar boven: het is God die uitredding brengt. Met zijn linkerhand wijst de engel naar de ram die in de struiken verward zit: dit is hoe God uitredding brengt. De ram werd gezien als voorafschaduwing van het lam dat geslacht zal worden. Dat hij met zijn kop in de struiken verward zit, wijst van oudsher vooruit naar de doornenkroon. 
 
Rembrandt: Het offer van Isaac, 1635, olieverf op doek, 193 x 132 cm.
 
Ook Rembrandt, de meester in de psychologie, wil ik u niet onthouden. We zien hier ieder van de drie protagonisten duidelijk in beeld. Op hen valt het licht. Gebruik makend van het verticale doek koppelt Rembrandt de drie figuren aan elkaar via de boog van Abrahams beide armen. De beweging in het schilderij is naar boven, de beweging zigzagt vanaf Isaacs voeten via Abraham en de engel naar de arm van de engel die omhoog wijst, naar God die op deze manier achter de schermen de hoofdrol krijgt toebedeeld. Het vallende mes, het uitgeschakelde moordwapen, doorbreekt de omhoog klimmende beweging. 
 
Isaac is hier een en al angst, spanning en verzet. Maar ook hier valt het licht vooral op hem, op het slachtoffer en daarmee ook op het slachtoffer naar wie hij vooruitwijst. Abraham houdt zijn hand op Isaacs gezicht, zodat deze niet hoeft te zien wat er precies gebeurt. Tegelijkertijd hoeft Abraham hem niet in de ogen te kijken.
 
De engel stopt hem precies op het beslissende moment. Rembrandt laat de engel Abraham niet alleen vanuit de hemel toespreken, zoals in de bijbeltekst, maar hij laat de engel Abraham ook lijfelijk tegenhouden door hem bij zijn arm te grijpen.
 
‘Abraham, Abraham,’ roept de engel.
‘Ik luister,’ roept Abraham.
 
‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet ik dat je ontzag voor God hebt (dat je godvrezende bent in de oude vertaling): je hebt mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.’
 
De engel kijkt naar Isaac, hij is zijn eerste zorg, alsof hij ook vast vooruitkijkt naar het toekomstige offer.
 
Abraham kijkt op naar de engel – het is het moment waarop hij beseft dat Isaac is gered.
 
 
Wat een gezicht vol emotie. Ziet u de tranen op zijn wangen? Hij huilt van opluchting en geluk!
 
Zowel door de compositie als door de psychologische diepgang steekt Rembrandt boven zijn collega’s uit.
 
Caravaggio: Het offer van Isaac, 1603, olieverf op doek, 104 × 135 cm.
 
Caravaggio laat weer op een andere manier zien dat Isaac een prefiguratie is van Jezus en zijn offerdood. Ook hij laat de engel Abrahams hand vastpakken om hem net op tijd te stoppen. Hij kijkt en wijst met zijn andere hand echter heel duidelijk naar de ram, die vooruitwijst naar de Agnus dei, het lam van God. Mooi is hoe het gezicht van Isaac en van de ram naast elkaar zijn gepositioneerd: het oudtestamentische naast het nieuwtestamentische offer. Hoewel Caravaggio een groot kunstenaar was, de meester van het clair-obscur en daarin een leermeester voor Rembrandt, valt toch op dat dit werk een stuk minder dramatisch is dan dat van Rembrandt. Qua emoties is het vooral het lijden van Isaac dat hier benadrukt wordt.
 
 
Jan Lievens: Abraham offert de ram in plaats van Isaak, God vernieuwt zijn belofte aan Abraham, ca. 1638, olieverf op doek, 180 x 136 cm.

Dit schilderij van Jan Lievens toont het moment na het offer, het moment nadat Abraham de ram heeft geslacht. We zien hem linksonder bloedend liggen. Het met bloed besmeurde mes ligt ernaast. Abraham en Isaak zijn knielend afgebeeld, zoals Abraham tegen zijn knechten had gezegd dat ze ‘daarginds neer zouden knielen en daarna weer terugkomen.’ Ze kijken beiden omhoog en luisteren naar de engel van de Heer die tot hen zegt: ‘Omdat je mij je zoon, je enige, niet hebt onthouden, zal ik je rijkelijk zegenen en je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee.’
 
Abraham heeft de test doorstaan. Hij heeft naar God geluisterd en vertrouwd ‘dat hij erin zal voorzien’. Want Isaac mocht blijven leven en God vraagt niet het onmogelijke van ons. En God vernieuwt vervolgens dan ook zijn belofte dat hij Abraham met ontelbare nakomelingen zal zegenen.
 
Bij mij kwam nog een andere gedachte op: zou je in Abraham de vader in deze geschiedenis ook niet een voorafschaduwing van God de vader kunnen zien? Beiden moeten hun zoon offeren en ondanks dat het hun hart verscheurt zetten ze allebei door en doen ze het. Abraham wordt op het allerlaatste moment gratie verleend, maar God doet het daadwerkelijk. Hij voorziet zelf in het offerlam, het lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt, zijn enige zoon.