Houtekamer, Leendert - Adri Geelhoed
Levenswerk
Leendert Houtekamer, beeldhouwer (1956-2020)
door Adri Geelhoed
Isabelle, gips
Beginnen bij het einde
Enigszins achteroverleunend, met gebogen hoofd en gesloten ogen, is ze in de kerk geplaatst voor een groot in de muur ingemetseld eeuwenoud grafmonument, het beeld Isabelle. ‘Een mooi contrast tussen licht en donker’, zegt Leendert Houtekamer bij het inrichten van de laatste expositie waaraan hij meedoet, in de Grote of Maria Magdalenakerk in Goes. Dit beeld vormt het begin van de rondgang langs de expositie De Stilte in september 2018.
Er is een grote schoonheid in dit beeld van monumentale rust en diepe droefheid. De vrouw is volmaakt in zichzelf gekeerd, gebukt onder een moeilijk te delen leed. De ogen gesloten houdend sluit ze alles buiten. De tijd staat stil. Gedachten lezen is niet nodig, dit gaat over verlies en dood. De ontmoeting met dit werk laat je niet onberoerd. Het beeld is niet alleen buitenkant, materie, het toont ook geest.
Na De Stilte maakt Leendert Houtekamer plannen voor nieuw werk. Ook het hernemen van bestaande werken. Van een aantal beelden bevalt een detail hem niet. Nieuwe afgietsels worden gemaakt. Hij wil ook meer in tere kleuren gaan werken. Elke dag naar zijn atelier gaan.
In maart 2020 wordt hij echter ziek. Zondag 19 april overlijdt hij in het ziekenhuis van Goes aan de gevolgen van corona, na drie weken op de intensive care en na een korte hoopvolle opleving.
Isabelle, gips
In zijn ruime atelier in ’s-Heer Hendrikskinderen blijft een schat aan beelden achter. In de woning boven het atelier staan ‘mijn mooiste werken’, zoals hij heeft gezegd. Onder meer Isabelle is daar te vinden. Het is nu moeilijk dit beeld niet op het lot van zijn maker te betrekken.
In de weken daarna zie ik een mij onbekende versie van Isabelle. Een enigszins ruwe variant, met de tere kleuren waar hij naar op zoek was, hoofd en haar van de vrouw in twee tinten zachtgroen. De ruwere textuur en de kleur maken het verdriet nog intenser, lijkt het, hooguit verzacht door het ochtendlicht, het licht waarvan de beeldhouwer zo hield. Het licht dat alles zichtbaar en tastbaar, dus levend maakt.
Isabelle, gips gepatineerd
In deze tijd van corona wordt de vraag gesteld waarom de pandemie geen ‘gezicht’ krijgt. In Nederland zien we nog geen foto’s van slachtoffers in de krant. Wellicht is het te vroeg voor een monument. Ik nomineer toch nu reeds dit beeld van Leendert Houtekamer: Isabelle.
Dat Leendert Houtekamer de kant van het beeldhouwen op zal gaan weet hij zelf niet als hij in 1975 aan de opleiding Tehatex begint in Tilburg. Hij krijgt er les van onder meer Arie Berkulin en Jan Goossen. In zijn laatste studiejaren maakt hij zijn eerste portretten in een tijd dat abstract werk in de kunstwereld de norm is. Zelf werkt hij van meet af aan in de traditie van de moderne klassieken en van het ambachtelijke. Docenten kunnen hem dan ook nauwelijks helpen, noodgedwongen gaat hij in veel opzichten zijn eigen weg.
Huib, lindenhout
In de eerste jaren na de academie legt Houtekamer zich ook toe op het hakken in hout, steen, keramiek en bronsgieten. Daarnaast houdt hij zich bezig met kalligrafie. Hij ontwikkelt zich in de breedte, iets dat blijkt uit de studies in verschillende materialen van Huib, een ver familielid dat zich geduldig laat portretteren in ruil voor gezelschap. Een sterke contour, werken met licht en schaduw en een neiging om de vorm te vereenvoudigen: kenmerken die blijven door de jaren heen.
Musicus, brons (1996)
In zijn vroegste portretten is de expressie belangrijk, het boetseren in klei levert een gevoelige textuur op, die zichtbaar blijft in de bronzen afgietsels. Een van de eerste opdrachten is het maken van een portret bij het afscheid van een dirigent. Het wordt geen portret van een bestaand persoon, maar de Musicus. De moeder van de musicus schrijft hem: ‘Prachtig heeft u het innerlijk luisteren afgebeeld.’ Ik denk dat dit opvalt in de portretten van Leendert Houtekamer: dat ze meer laten zien dan het zichtbare en tastbare. De portretten spreken tegen de kijker in een menselijke taal.
Ursula, gips (gepatineerd)
Het boetseren in klei is gebleven. Maar op zeker moment kiest Houtekamer voor het materiaal gips voor zijn eindwerkstukken, een keuze die vrij zeldzaam is. Hij werkt met voornamelijk vrouwelijke modellen, waaronder Ursula opvalt door haar veelvuldige aanwezigheid. Blik in de verte, krachtig en zelfverzekerd. Het gips krijgt allerlei kleuren. Eenzelfde beeld krijgt zo meerdere verschijningen.
Vincent, gips (gepatineerd) Francesca, gips
Het zoeken naar het eigene van ieder model is kenmerkend voor de portretten van Houtekamer. Zonder uitzondering zijn het persoonlijkheden waar de kijker mee wordt geconfronteerd. Na verloop van tijd verlegt hij zijn koers. De expressieve wijze van boetseren, met kleine plakjes klei, bevalt hem minder, hij vindt het te gemakkelijk: ‘Iets te willekeurig.’
Hij gaat werken in een veel gladdere techniek, die hij niet alleen hanteert tijdens het boetseren. Ook het gips wordt nog langdurig bewerkt. Hij schuurt eindeloos. Op zoek naar een zekere volmaaktheid, maar altijd mét een ziel. De beelden hebben geen jaartallen, jaren tellen niet en niets is ‘voltooid’.
Details zijn er niet meer dan nodig is, een bepaalde abstractie blijft altijd ondanks de eerste indruk van verregaand realisme. De kleur is nu vaker afwezig. ‘De serene uitstraling van het wit bevalt me,’ zegt hij. ‘Licht en schaduw zie je zo beter dan wanneer het beeld een kleur heeft.’
Mathilde (links) en Dorocella, beide gepatineerd gips
Houtekamer is ondanks dat een colorist. Dat toont hij in enkele polychrome werken. Dorocella is een van de krachtige, trotse vrouwen die Houtekamer portretteert. Acrylverf, inkt, schoensmeer en andere materialen kleuren het beeld fijnzinnig. Dit verraadt een sterk gevoel voor de contour, lijnen die moeten doorlopen, vormen die op elkaar rijmen. Maar ook Dorocella heeft iets wat zich aan ons waarnemen onttrekt. Haar hoofddoek, de traditionele ‘angisa’ van vrouwelijke creolen in Suriname, beschrijft door de manier van vouwen de gemoedstoestand van de draagster. Moeilijk te lezen voor outsiders spreekt het beeld deels in geheimtaal.
Mathilde, gips (gepatineerd)
Voor wie zich enige tijd met het werk van Leendert Houtekamer bezighoudt dringt zich het woordenpaar ‘kwetsbaarheid en kracht’ op. Op de eerdergenoemde expositie De Stilte staat voor een pilaar in het laatgotische licht het kleurige beeld Mathilde. Een bezoekster noteert op Facebook:
Mathilde.
Daar stond je. En ik ook. Als aan de grond genageld.
Ik zag je kracht, je verdriet, je innerlijke schoonheid.
Moest mijn tranen bedwingen.
Stil liep ik verder. Had nog uren naar je kunnen kijken.
Later vertelden ze mij dat je veel geleden hebt. Dat had ik al gezien, zei ik.
Kwetsbaarheid en kracht, gecombineerd in een en hetzelfde kunstwerk. Je ziet voor je hoe het woordloze gesprek plaatsvindt tussen beeld en bezoekster.
Chinees meisje 1 met vlecht, gips
Na een periode waarin vooral koppen ontstaan komt er steeds meer ‘lichaam’ bij. Tenslotte boetseert Leendert Houtekamer ook levensgrote figuren. Hij heeft een voorkeur voor modellen uit andere culturen. Chinees meisje bestaat in minstens vier varianten, grotendeels eender maar verschillend voor wie goed kijkt. Het verschil zit ‘m in een korte of lange mouw of in de vorm van een vlecht. Wonderbaarlijk is de aandacht die hij besteedt aan het haar van zijn modellen, met liefde observeert hij alle details.
‘Verstild’ en ‘ingetogen’ zijn woorden die steeds vaker vallen als hij het over zijn eigen werk heeft. Dit is waar hij naar zoekt, de eenvoudige menselijke verschijning zoals die zich aan ons voordoet.
Dr. Hendrika Ghijssen, Belgisch hardsteen (2015)
In 2015 krijgt Leendert Houtekamer de opdracht om een portret te maken van mevrouw Dr. Hendrika Ghijsen, samensteller van het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. Aan de hand van enkele foto’s van haar boetseert hij grotere en kleinere voorstudies, die worden gegoten in gips. Vervolgens hakt hij het beeld uit Belgisch hardsteen, een nieuwe ervaring. Met dit zware werk is hij gedurende een klein jaar bezig. Het monument heeft een eervolle plaats gekregen in een plantsoen in Domburg.
In een interview (RD) zegt Leendert Houtekamer affiniteit te voelen met Hendrika Ghijsen; ‘Ik denk dat zij een sterke, wilskrachtige vrouw was die zich met overgave stortte op de dingen waar ze mee bezig was. Ze wist wat ze wilde en wilde dat zo goed mogelijk volbrengen’.
De vergelijking met Hendrika Ghijsen gaat wellicht op. Leendert Houtekamer is bescheiden, werkt hard en gaat in zekere zin schuil achter zijn beelden. Hij exposeert zelden en nauwelijks buiten de provincie Zeeland. Een enkele maal in een fraaie tuin die voor even een beeldentuin wordt, in een mooie kerk of in een landelijk gelegen galerie. Hij kent de kwaliteit van zijn eigen werk, weet wat hij wil. Hij is ook gevoelig, in zekere zin een kwetsbaar mens. Al zijn werk is gemaakt met eerbied voor de Schepper en zijn schepping.
Eindigen bij het begin
Alle beelden, het hele levenswerk, zijn bijeengebracht in het ruime atelier, een oude dorpsschool. Overal staat mooi, vaak onbekend werk. In de berging achter het atelier zie ik een gipsen beeld, in dit licht lijkt het een stilleven van Morandi. Een beeld dat ik herken. In het eerste jaar van onze opleiding in Tilburg (ik arriveerde een jaar na Leendert) was het traditie te boetseren naar een voorbeeld, een gipsen kopie van een renaissancebeeld. Het boetseren, het maken van een mal en het gieten in gips werden op deze wijze geleerd. Het gipsen afgietsel van Leendert staat hier in het licht, waarschijnlijk de allereerste van honderden portretten die zijn gaan leven onder de handen van Leendert Houtekamer. De verstilde schoonheid en de ernst zijn hier bij de aanvang al aanwezig. Een voorbode van wat komen gaat.
Kopie naar een renaissancebeeld, gips (1975)
*****
Fotografie Adri Geelhoed, Han Houtekamer en Jaco Verburg
Adri Geelhoed (1957) maakt werk in verschillende beeldende disciplines. In acryl schildert hij zijn belangrijkste onderwerp, het Zeeuwse landschap. Daarnaast maakt hij abstracte collages en reliëfs. Het gebied tussen figuratie en abstractie interesseert hem het meest, ook in de kunst van anderen. Sinds 2000 exposeerde hij op vele plaatsen in Nederland en ook buiten de grenzen. In 2012 verscheen het boek Zeeuwse kleuren & vergezichten met een overzicht van zijn landschappen. Behalve met beelden is hij graag met taal bezig. Meer informatie is te vinden op www.adrigeelhoed.nl.