Buit, Thijs - Tiem van Dalfsen
THIJS BUIT, SCHILDER
door Tiem van Dalfsen
De schilder Thijs Buit werd in 1934 als zoon van de gemeente-ontvanger te Hattem geboren in een niet bepaald op ‘kunstzinnige ontwikkeling’ gericht milieu. In 1944 volgde de familie Buit professor Klaas Schilder in de Vrijmaking uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. In de kringen rond de jonge Thijs Buit gold kunst als ‘wereldgelijkvormig’ en er ging dan ook weinig stimulans vanuit om zijn droom en passie te vervullen: schilder worden. En dan gaat de jonge Buit ook nog eens van 1957 tot en met 1962 studeren aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Vader Buit moet een ruimhartig mens geweest zijn; hoewel hij geen affiniteit met welke kunst dan ook had en het schilderwerk van zijn zoon niet waardeerde, heeft hij wel zijn studie aan de Rijksacademie mede mogelijk gemaakt. Het zou zo maar eens kunnen dat hij zich in eigen kring met enige regelmaat heeft moeten verdedigen en verantwoorden voor het beroep en de studie van zoon Thijs.
Anno 2019 is er veel veranderd; zo is Thijs Buit in 1974 met zijn gezin verkast van de IJssel van Hattem naar de Vecht van Hardenberg. Ook worden nu kunstuitingen en met name abstractie in kunstuitingen in veel mindere mate in de (kerkelijke) kringen rond Thijs Buit afgedaan als wereldgelijkvormig. Onveranderd is dat Thijs Buit zich nog steeds, vol overtuiging en inzet, verbonden voelt met hetzelfde kerkgenootschap en hij ook nog steeds schildert. En hij beoefent dat ambacht met zijn 85 jaar nog iedere werkdag vol hartstochtelijke overgave en op hoog niveau.
In 2014 werd ter gelegenheid van zijn 80ste geboortejaar de monografie “Thijs Buit, schilder” gepresenteerd. Het eerste exemplaar werd in ontvangst genomen door de huidige minister van Onderwijs, Arie Slob. In zijn toespraak refereerde hij in het volgende fragment aan die ‘veronderstelde wereldgelijkvormigheid’ van kunst en van hen die dat scheppen:
En ik durf wel te stellen dat Thijs Buit in dat opzicht in bepaalde kringen, in kringen van gereformeerde calvinisten, baanbrekend werk heeft verricht. Want als je nu kijkt hoe er wordt omgegaan met moderne schilderijen, met moderne literatuur, muziek, dan zie je dat de waarde daarvan veel meer en beter wordt ingeschat dan ooit in het verleden is gebeurd. En daar wil ik je oprecht voor dankzeggen en ik denk dat het heel goed en belangrijk werk is geweest.
Wat kenmerkt dan dat ‘werk’ van Thijs Buit? Recensenten en kunsthistorici hebben zich in de loop van al die ruim 70 jaren dat Thijs Buit schildert hierover gebogen. Al die observaties hebben enkele dingen gemeen: het artistieke vakmanschap is boven elke twijfel verheven. De invloed van de vorming aan de Amsterdamse Rijksacademie is in ieder schilderij zichtbaar, onder meer blijkend uit de hoge kwaliteit van de compositie. Enkele citaten:
Elk landschap van Buit is een momentopname en de artistieke ontwikkeling als geheel is het gevolg van natuurlijke, spontane groei. Niets is verzonnen of gekunsteld. Elk schilderij is beleefd. Het komt van binnenuit en is daarom niet ‘bedacht’ of ‘beredeneerd’. (Wim van der Beek)
Kleur krijgt pas vorm – volgens Buit – in evenwicht met andere kleuren, lijnen, vlakken, punten. Dat het totaalbeeld als een impressie wordt beschouwd van een landschap is niet de intentie van de schilder, maar wel het resultaat. De landschappen van onze 17de-eeuwse meesters bestonden ook niet in het echt. Al is elke schilder tot op zekere hoogte een constructivist, Buit kun je toch moeilijk tot de constructivisten rekenen. Daarvoor is hij veel te veel schilder, een bewonderenswaardige verfmenger, een kleurenanalyticus, een materiaalkenner. Als kleur in eerste instantie geen vorm bezit, ontstaat die zeker op een doek van Thijs Buit. (Gerhard Fliehe Boeschoten)
Thijs Buit voelt zich een overtuigd christen. Betekent dit dan dat hij christelijke (bloem)stillevens, (zelf)portretten en landschappen schildert? Zo’n benadering van zijn ambacht werpt hij verre van zich, want zoals hij het zelf uitdrukt: “Ik zou niet weten hoe ik bijvoorbeeld een christelijke boom zou moeten schilderen net zoals de bakker niet weet hoe hij een christelijk brood zou moeten bakken.” Zelf hult hij zich graag in de lichte nevel die hangt rond zijn eigen verklaring dat hij “probeert zichtbaar te maken wat hem innerlijk beweegt.” En wat Thijs Buit de laatste vijf jaren innerlijk bewogen heeft, wordt beschreven en zichtbaar gemaakt van 2 november tot 29 december van dit jaar (2019) in een tentoonstelling in Kunsthal Hof 88 te Almelo en in een publicatie over zijn werk uit dezelfde periode. De Overijsselse Commissaris van de Koning, dhr. Andries Heidema zal dan het eerste exemplaar in ontvangst nemen en de tentoonstelling openen; zie ook www.thijsbuit.nl.
Tot slot, is Thijs Buit uniek in ‘zichtbaar maken wat je innerlijk beweegt’ en valt dit te kenschetsen als een christelijke waarde in de kunst? Het christendom is daarin zeker niet uniek, het is veeleer een universele en daarmee tevens een christelijke waarde. Niemand zal in twijfel willen trekken dat bijvoorbeeld de godsdienstloze Ecuadoraanse schilder Oswaldo Guayasamín, die vooral het lijden van het Latijns-Amerikaanse volk weergeeft, of in Nederland Constant Nieuwenhuys die de ellende van de Balkanoorlog schildert, niet zouden schilderen wat hen innerlijk beweegt. Nee, wat al deze en vele andere schilders verbindt is niet hun christelijke geloofsbeleving of iets van dien aard, maar vooral de integriteit van hun werk. En de integriteit van het werk van Thijs Buit is boven elke twijfel verheven.
*******
Tiem van Dalfsen is voorzitter van de Stichting Thijs Buit.
Afbeelding: Thijs Buit: Vlak land VIII, 2018, olie op linnen, 45x50 cm.