Jesaja 6:1-8, Roeping Jesaja van Bohuslav Reynek
Jesaja 6:1-8, Roeping van Jesaja
Als we geconfronteerd worden met de heiligheid en grootsheid van God, dan wordt zonneklaar hoe onrein en zondig we zelf zijn. Dat overkwam Petrus, Johannes en Jacobus (Lucas 5: 1-11) en Jesaja (Jesaja 6:1-8), toen God hen riep om hem te dienen. De roeping van Jesaja zien we hier afgebeeld op een linoleumsnede uit 1920 van de Tjechische kunstenaar Bohuslav Reynek. Jesaja kijkt bang en beduusd omhoog. Hij beseft hoe klein hij is en hoezeer hij tekortschiet. ‘Wee mij! Ik ben maar een mens met onreine lippen,’ roept hij uit. Dan reinigt een seraf zijn lippen met een gloeiende kool van het altaar van de tempel. Vuur is een veelgebruikt beeld in de Bijbel om reiniging weer te geven. Een destructief beeld, dat aangeeft dat het kwaad en onze zonden niet zomaar verdwijnen, maar tot de wortel weggebrand moeten worden. Jesaja wordt het hier pijnlijk gewaar. Maar dan is hij er ook klaar voor: ‘Hier ben ik, Heer, stuur mij.’
Marleen Hengelaar-Rookmaaker