Goede Vrijdag - De Witte Kruisiging van Chagall
Marc Chagall: De witte kruisiging
Matteüs 28:33-56: ‘Licht, laatste woord van Hem die leeft’
door José Verheule
Gisteren was de ‘Passion’ weer op tv, dit keer vanuit Groningen. Het lijdensverhaal van Jezus wordt daarin uitgebeeld voor een breed publiek, door BN-ers, in de vorm van een musical met bekende popliedjes. ‘Passion’ is het Engelse woord voor ‘lijden’ en maakt meteen duidelijk waar het over gaat: het lijden van Jezus.
In de kerk spreken we over ‘Goede vrijdag’. Een jongetje dat gister met zijn vader meeliep in de stoet zei dat hij dat een rare naam vond: ‘Het is geen ‘goede’ maar ‘slechte’ vrijdag!’ En inderdaad: als je denkt aan hoe Jezus sterft, van God en mensen verlaten, met een laatste schreeuw van wanhoop naar de hemel, zoals Matteüs vertelt, wat is daar dan ‘goed’ aan?
Ik ben op zoek gegaan naar een afbeelding die hier iets van laat zien, die meer weergeeft dan alleen de wreedheid en triestheid van het gebeuren. Dat viel nog niet mee, ook niet via internet. Van middeleeuwen tot heden, de ene verbeelding oogde nog somberder dan de andere … Tot me te binnen schoot dat er een schilderij van Chagall is dat De witte kruisiging heet. Wit, de kleur van licht!
Misschien hebt u wel vaker afbeeldingen van Marc Chagall gezien. Hij is een Joodse Russische schilder uit de 20e eeuw, met een heel eigen herkenbare stijl. Meestal gebruikt hij veel heldere kleuren en zie je overal tussendoor vogels en kleurige bloemen.
Maar niet op dit schilderij van de kruisiging van Jezus. Hier zijn de kleuren verbleekt, op het felle rood van de vlaggen van de soldaten na (linksboven) en de vlammen die huizen en een synagoge verwoesten.
Er is heel wat te zien op dit doek. Het zijn geen van alle vrolijke taferelen. Linksboven, met rode vlaggen, zie je een dreigende groep soldaten aankomen met daaronder een platgebrand dorp. Je ziet iemand dood op straat liggen en een paar overlevenden zitten ineengedoken bij elkaar. Daaronder zien je mensen die in een bootje proberen te ontvluchten. Een man rent weg met een Torarol in zijn armen, onderwijl angstig achterom kijkend. Naast hem bevindt zich een man in een blauw kleed met een groot bord om zijn nek. Rechtsonder, helemaal op de rand, zie je nog een vrouw wegvluchten met haar kind tegen zich aan gedrukt. Daarboven een man in het groen met een zak over zijn schouder, zijn laatste bezittingen. Helemaal rechtsboven wordt een synagoge vernield, geplunderd en in brand gestoken.
En midden tussen dit alles hangt Jezus aan het kruis, met een joodse gebedsmantel om, alsof in hem al dit lijden samenkomt.
Marc Chagall heeft dit doek geschilderd in 1938, toen hij van alle kanten de dreiging van de Tweede Wereldoorlog op zich af zag komen. Zelf is hij net gevlucht uit Rusland voor het toenemend antisemitisme van de bolsjewieken, naar Parijs. Daar aangekomen hoort hij dat aanhangers van Hitler in Duitsland al zijn schilderijen uit Duitse musea verbrand hebben. In heel Europa worden Joden vervolgd, vermoord en naar concentratiekampen afgevoerd.
En dan schildert Chagall zijn Witte kruisiging om het lijden van het Joodse volk laten zien. Maar ook het kwaad en lijden dat andere mensen treft, toen en nu. Daarom heeft hij ook de tekst: ‘Ich bin ein Jude’, die hij oorspronkelijk op het bord om de hals van de man links voor had geschreven weer weggehaald.
Chagall besefte dat in deze wereld niet alleen Joden tot zondebok worden gemaakt, het kan evenzogoed andere bevolkingsgroepen overkomen, waarvan men vindt dat er ‘minder’ moeten zijn (Roma, homo’s, Marokkanen). En nog zien we dagelijks op tv vluchtende mensen met kinderen op de arm en wanhopige mensen in gammele bootjes op zee.
Het is deze donkere wereld die Chagall schildert.
Donkere wolken vullen de lucht als in het verhaal van Matteüs, die vertelt hoe er duisternis kwam over het hele land (je kunt zelfs vertalen: ‘de hele aarde’). En toch is de overheersende kleur op het schilderij niet zwart, maar wit! Er breekt een brede witte baan van licht door de duistere wolken heen. Een licht dat vanuit de hemel over Jezus heen schijnt en van daaruit over alle vluchtende en lijdende mensen, die zo niet in het donker uit het zicht verdwijnen.
Zo laat Chagall ons de reactie van God zien op de wanhopige vraag van Jezus: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’ Waarmee hij spreekt namens al die wanhopige mensen die we op het doek zien.
Boven Jezus aan het kruis zweven vier figuren. Het zijn de drie aartsvaders: Abraham, Isaak en Jakob. En daarnaast één aartsmoeder: Rachel. Rachel, de vrouw van Isaak, die zo graag kinderen wilde en stierf bij de geboorte van haar tweede kind. Zij is het die de profeet Jeremia veel later, als de kinderen van haar kinderen, het volk Israël, weggevoerd wordt in ballingschap, ziet zitten huilen, in een visioen, op de plek waar ze bij elkaar gedreven worden voor deportatie:
‘Hoor, bij Rama klinkt een stem: Rachel die weent om haar kinderen. Ze weigert zich te laten troosten, omdat ze niet meer zijn…’, zoals bij Matteüs Jezus weigert zich te laten verdoven door wijn gemengd met gal.
Je kunt nog zien dat Rachels mantel ooit blauw is geweest: een hemels gewaad, zoals dat van Maria, de moeder van Jezus. Maar het hemels blauw is vervaagd en besmeurd met rode vlekken, het bloed van haar kinderen.
Iets soortgelijks zie je bij het lichaam van Jezus: het is geel gevlekt. Geel is voor Chagall de kleur van Gods aanwezigheid. Maar nu zijn er bij Jezus van die aanwezigheid alleen nog wat vlekken over. ‘Waar is zijn God nu, om hem te redden?!’
Chagall schildert het verhaal zoals Matteüs het ons vertelt.
Na zijn uitroep van Godverlatenheid sterft Jezus niet met een woord van overgave, zoals bij Lucas: ‘In Uw handen beveel ik mijn geest’ of bij Johannes: ‘Het is volbracht.’ Bij Matteüs sterft Jezus in een woordeloze schreeuw van onmacht. Hij vindt geen troost of antwoord voor zijn lijden. Jezus vindt zelf geen antwoord, maar, zegt Mattheus, Jezus’ dood roept een antwoord op uit de hemel: het voorhangsel in de tempel, dat het heilige der heilige afsluit, scheurt open. De aarde beeft, de rotsen scheuren en de graven gaan open en vele gestorven heiligen worden opgewekt en na (!) de opstanding van Jezus, achter hem aan, gaan ze uit hun graven en komen in de heilige stad.
Als enige van de vier evangelisten heeft Matteüs het over deze aardbeving en opstanding van gestorven heiligen. Hiermee grijpt hij terug op een profetie uit het Oude Testament dat, ook al lijken de mensen van Israël op een dal vol dorre doodsbeenderen, ze door Gods Geest als nieuwe mensen zullen opstaan. God laat het kwaad, het lijden en de dood niet onbeantwoord. Uit het dal van de dood gaat er een weg omhoog.
Kijk maar naar het schilderij: het dode gebogen gelaat van Jezus, met gesloten ogen, licht helder geel op in de witte lichtbaan uit de hemel.
Dat hemelse licht verlicht ook de weg van de vluchtelingen. Bij de man rechtsonder (met het laatste beetje huisraad in een zak op zijn rug) wordt dat licht versterkt door de witte gloed die opstijgt uit een boekrol, geplunderd uit de synagoge en vertrapt. De boekrol zelf is vernield en ontheiligd, maar de woorden stijgen eruit op en gaan, als bijbelse verhalen van hoop, mee met de vluchteling in ballingschap. De mantel van de man is groen gekleurd, bij Chagall de kleur van nieuw leven.
Uit dezelfde gloed komt ook een ladder tevoorschijn, die zich opricht tegen het kruis. Daarlangs zal de dode Jezus van het kruis gehaald worden om in het graf te wachten op zijn opstanding.
Troostend stijgen a.h.w. de woorden uit de boekrol van Jeremia op: ‘Stop met huilen, Rachel, want je kinderen zullen terugkeren…’
Midden onder alles wat zich afspeelt staat stil de Chanoekakandelaar te branden, het symbool van het eeuwige licht in de tempel, licht van Gods genade dat zich uitstrekt naar iedereen.
De man met het bord om zijn nek, de zondebok, krijgt van Chagall een hemelsblauwe mantel. Alsof aartsmoeder Rachel en moeder Maria hun mantel om hem heen slaan.
Chagall verdoezelt in niets de ernst van het kwaad en het lijden, maar hij laat ook zien dat het laatste woord aan God is. En zijn laatste woord is: ‘Licht!’ Daarom is het vandaag geen zwarte, maar goede vrijdag.
***
De witte kruisiging (1938), Marc Chagall, Art Institute of Chicago, USA