ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Verplanke, Jenny

Jenny Verplanke

Afrika
Afrika ver weg maar dichtbij, dit is de ondertoon voor veel van de schilderijen van Jenny Verplanke. Jenten, zoals ze haar werken signeert, werkt vanuit een diepe verbondenheid met het continent waar ze vier jaar heeft geleefd. Toch is dit geen gewilde of gezochte manier om ons met Afrika te confronteren. Geen brochures voor toeristen die alleen willen zien, maar een uitnodiging om te beleven. Jenny schildert met en vanuit emotie. Er is helemaal geen poging om te overtuigen, maar wel om duidelijk neer te zetten waar zij voor staat en waar zij in gelooft. Haar werken staan als een huis. Met een sterke compositie en een beheerst kleurenpallet nemen ze de ruimte waar ze hangen gaandeweg in beslag. Het is een spel van vertellen en verzwijgen, openbaren en verbergen, tastbaar en ongrijpbaar delen wat haar binnenste beroert en ontroert.

Afrika, de gloed van de warme aarde, het mystieke licht van de immer hoogstaande zon, de grote waarde van kleine details. De rijke symboliek van vreemde ceremonieën en het als vanzelfsprekend afhankelijk zijn van God hebben sporen achtergelaten op de eens witte doeken. Dit alles vindt zijn plaats in de haast voelbare huid van haar werk. Het materiegebruik is subtiel en ondersteunend, zonder al te veel aandacht naar zich toe te halen, schuchter maar zeker van zijn plaats in het geheel. Het sobere kleurgebruik blijkt bij nader inzien immer gelaagd op de doeken te zijn neergelegd. Aan het versoberen is altijd een gevecht met kleur voorafgegaan.

Er wordt nergens tegenaan geschopt en niets omvergehaald, maar de dingen, de gevoelens, gedachten en verlangens krijgen elk hun plaats in een harmonie van vorm en kleur. Rust die niet stilletjes in een hoekje schuilt maar iets te zeggen heeft. Jenny is niet bang om haar eigen weg te banen. Zoals men in Afrika zegt, een pad ontstaat door erop te lopen. De eerste keren is dat moeilijk, later wordt het eenvoudiger en weer later kom je anderen op datzelfde pad tegen. Kunst is geen privégebeuren en zou dat ook nooit mogen zijn. Kunstenaars hebben iets te vertellen. Vandaar ook de drang om ook voor anderen iets te betekenen. Het werken met de gewezen kindsoldaten in Noord Oeganda is daar uit voortgekomen. Samen met andere kunstenaars iets doen voor de minstbedeelden en meest bedreigden in onze samenleving.

Nu reeds voor het vierde jaar op rij gaat Jenny met haar man en nog enkele enthousiastelingen tekenen, schilderen en spelen met die slachtoffers van oorlog en geweld. Gedwongen om te moorden en roven, misbruikt en vernederd zijn die kinderen hun creativiteit kwijt. Nu weer gewoon kind mogen zijn en genieten van de mooie dingen, genieten van kleur en vorm. Weer leren vertrouwen in eigen kunnen, in anderen en in een waardevolle toekomst. Hopen op God en op een nieuw begin.

De emotie van het werken daar zijn de laatste jaren een onuitputtelijke bron van inspiratie geworden - soms het lijden en de verschrikkelijke verhalen van die jongens en meisjes, maar nog meer de hoop en het verlangen naar een betere toekomst. Zo zijn ook de werken van Jenny eerder vensters en spiegels dan dode ornamenten. Ze laten jou toe in haar wereld te kijken, ze laten haar toe naar de wereld te kijken, ze laten je ook toe om jezelf te spiegelen en kaatsen jouw eigen verhalen terug.

Enkele terugkerende symbolen 
In vele maten en vormen is de kalebas aanwezig in het werk. Vooral op het platteland is die kalebas nog steeds een dagelijks gebruiksvoorwerp. Het plaatselijke bier wordt uit kalebassen gedronken. Bij aankomst bij een huis krijg je eerst te drinken en dan pas komt de begroeting. De grote exemplaren dienen om water te halen of zelfs als badje voor baby en peuter. Ook bij de vele ceremonies worden ze gebruikt. In de schilderijen van Jenny worden het dikwijls ook bootjes, of zelfs vliegtuigen en helikopters. Soms verwijzen ze naar de vroegere slavenhandel en het gebruik als ‘slaven’ van de kinderen nu. Soms verwijzen ze naar de bevrijding door het regeringsleger, waar dan dikwijls helikopters aan te pas komen. Dit thema wordt ook dikwijls door die kinderen zelf getekend.

Ook de tafel is een terugkerend motief. Meestal zijn dat lage tafels. Toen we in Togo woonden bij de Kabiye, moesten we meestal aan van die lage tafeltjes eten, een salontafeltje of een plank op een paar stenen. De mensen daar waren niet gewoon om aan tafel te eten, ze hadden er in hun eigen taal ook geen woord voor. In onze cultuur is de tafel een plaats waar heel veel dingen gebeuren. Natuurlijk eten en drinken, maar aan tafel wordt ook gespeeld en wordt er van alles gedeeld. De tafel is een centrale plaats in het gezin. Waar niet meer samen getafeld wordt, mist men iets heel belangrijks. Soms zijn er ook verschillende stoelen. Elk heeft zijn manier van doen en daar moeten we rekening mee houden. Daarom staan de stoelen soms ver uit elkaar, om elkaar ruimte te geven.
Op de tafel staan soms bekers. Dat kunnen er twee zijn, verwijzend naar verbondenheid tussen mensen, maar ook naar Jezus die zegt bij ons maaltijd te willen houden. Soms drie bekers als een verwijzing naar de drie-éénheid. Ook wel eens zeven als getal der volmaaktheid of twaalf als verwijzing naar het avondmaal.

Regelmatig zijn er ook laatjes of kastjes of kalebasvormige schalen te zien. Het zijn verschillende manieren om dingen op te bergen. Niet alles kan gelijk op tafel komen. Vooral door het werken met de kindsoldaten leerde Jenny dat sommige dingen of ervaringen niet gelijk gedeeld kunnen worden. En éénmaal gedeeld, kun je ze misschien ook weer beter opbergen.

 

1. Teken van verbondenheid, 65 x 65 cm, acryl op canvas.

 

2. Woorden die blijven, 80 x 80 cm, acryl op canvas.

 

3. Une réunion à la table, 80 x 80 cm, acryl op canvas.

 

4. One Day in History, 140 x 130 cm, acryl op canvas.

 

5. Tears that Salt the Earth, 120/170 cm, acryl op canvas.

 

6. The Sky is Open, 100 x 100 cm, acryl op canvas.

 

7. Between Tears, 120 x 80 cm, acryl op linnen.

Op het internet
Jenny Verplanke of Jenten (kunstklasse.eu)