ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Picasso, Pablo - door H.R. Rookmaaker

Picasso’s Guernica in Amsterdam

Meesterwerk der moderne kunst
 
door H.R. Rookmaaker
 
Het kleine Baskische plaatsje Guernica was het eerste ter wereld dat van de lucht uit verwoest werd - 28 april 1937 gebeurde dat tijdens de Spaanse burgeroorlog door Duitse ten dienste van Franco staande piloten. Hoewel velen toen zeer door dit gruwelijke gebeu­ren werden opgeschrikt, zullen slechts weinigen zich vandaag dat feit nog herinneren en bij het woord Guernica veeleer denken aan het meesterwerk van Picasso. Een meesterwerk van Picasso? Ja, velen zullen hier een vraagteken zetten en vragen: waarom zegt u dat? uit snobisme? Uit min of meer intellectuele overwegingen? Uit napraterij, napraten van een kleine groep van zich elite noemende lieden die anderen voorschrijven wat ze mooi moeten vinden? Tirannie van een chique die je dreigt met het etiket onwetend, dom, achterlijk, suf?
 
 
Vertolking van bombardement
Als men nu zo dringend vraagt, of het nu werkelijk mooi is, de Guernica, dat 8 bij 3½ meter metende in grijze tinten geschilderde doek, waarin de kunstenaar zijn emoties waarmee hij reageerde op het bericht van het bombardement, vertolkte, dan zijn we geneigd te antwoorden: helemaal niet. In tegendeel, het is een gruwelijk stuk, allesbehalve liefelijk, allesbehalve “schoon”, allerminst “esthetisch” en geenszins harmonisch. En toch, daarmee is het werk nog niet veroordeeld. Hoe zou het gaan indien dit werk op een tentoonstelling hing, anoniem en zonder het aureool waarmee het werk nu omgeven is? Waarschijnlijk zouden wij het even bekijken, en verbaasd of geërgerd doorlopen. Dan, ­tien minuten later, zouden wij ons toch afvragen: wat zou het eigenlijk betekenen en in de catalogus kijken, de naam Guernica zien en met een schouderophalen doorlopen, om even ­later toch weer terug te gaan om nog ­eens te kijken.
 
En, 's avonds, zouden wij verbazing merken dat allerlei details zich met onweerstaanbare kracht aan ons opgedrongen hebben, en dat onze ­geest met het werk bezig is, zelfs zonder het te willen. Kijk, dat is nu een typisch kenmerk ­van een indrukwekkend meesterwerk, dat wij het niet kunnen ontlopen. De vormgeving moge ons op het e­erste gezicht vreemd en bizar voorkomen en mogelijk begrijpen wij er nauwelijks iets van, althans, kunnen wij de emoties die het werk bij ons oproept niet verwoorden, toch schijnt het of de innerlijke logica van het ­tafereel, de overtuigende kracht van deze symbolentaal, ons meesleept en zich onweerstaanbaar aan ons op dringt. Neen, mooi is de Guernica niet, en toch....
 
Menselijk en duidelijk
­Wonderlijk dat, hoe langer men zich in het werk verdiept en hoe meer men ermee bezig is, hoe minder vreemd de vormen ons toeschijnen, hoe menselijker en duidelijker het wordt. Want de vormenwereld moge gans anders zijn dan die der oude ons vertrouwde kunst, toch wordt hier overtuigend de smart, angst, wanhoop, nood en ellende, die de mensen in heel hun wezen aangegrepen heeft uitgezegd, zo, dat het ons na enige tijd voorkomt dat het alleen maar zo en niet anders in vormen had kunnen vertolkt worden. Neen, een mooie peinture, een schone vorm, die zoekt men tevergeefs, maar het werk is geladen met een kracht, die alleen de hoogste kunstuiting eigen is.
 
Picasso heeft niet gepoogd een ­beeld van een gebombardeerde stad te geven, maar heeft emoties die men tijdens het gebeuren ondergaat symbolisch vertolkt en daarmee tevens dit werk tot een blijvend teken aan de wand verheven. Brokstukken van een mens, het zwaard nog in de hand omkneld, lig­gen verspreid over de grond, een vrouw met een kind dat gedood werd is een en al smart en wanhoop, een figuur vol angst en ontzetting sleept zich voort, een ander heft in uiterste nood de handen ten hemel. Deze figu­ren zijn geen individuen, maar symbolen die in zich de nood van velen samenvatten - bij die rechtse figuur met de handen omhoog geheven wordt men b.v. herinnerd aan Zadkine's Rotterdamse beeld, dat volkomen te­recht verwoeste stad heet, hoewel het evenzo "maar" een menselijke gestalte is.
 
Dan die vrouw die met een ruk het hoofd uit het raam steekt en die een olielamp naar buiten steekt! Die figuur die in zijn onverbiddelijke uitdrukkingskracht alleen door een zeer grote meester gevonden kan worden. Is het de massa, die in panische angst zich poogt te realiseren wat er eigenlijk wel gebeurt, waar toch heel dit bombardement volkomen onverwacht en onvoorzien was? Links staat de stier, symbool voor het Spaanse volk, zich van zijn kracht bewust, onbewogen.... Spanje gaat niet ten onder! En ook het paard schijnt nogmaals Spanje zelf te vertegenwoordi­gen maar hier in angst en gefolterdheid.
 
Maar woorden kunnen dit werk nauwelijks vertolken. Zo zuiver schilderkundig is de groepering van het geheel, de onderlinge samenhang, die nergens in dit werk een lijn of kleurvlak te zien geeft, de artistieke doorleving van heel dit oppervlak door dat ene thema: Guernica, met een volheid van menselijke gevoelens, van opstandigheid tot radeloosheid, van wanhoop tot toekomst­vertrouwen. Het is niet toevallig dat een van de meest indrukwekkende meesterwer­ken die de moderne kunst voortbracht een werk als dit is. Want het thema der verschrikking, dat men in allerlei schakeringen steeds weer in de picassiaanse kunst tegenkomt, is haar het meest eigen. Hoewel de moderne vormgeving soms ook op zichzelf bekeken kan worden als een nieuwe beeldende taal, moet toch gezegd wor­den dat deze wel allereerst gevonden werd om dergelijke emoties, die iets hebben van een nachtmerrie, van een verschrikkelijke dagdroom te kun­nen vertolken.
Net als Zadkine's beste beeld, dat uit Rotterdam, in zich een veelheid van gevoelens vertolkt die alle betrek­king hebben op dat verschrikkelijke, terwijl een idylle of de vreugde door hem zeker niet zo samenvattend en overtuigend verbeeld kon worden, zo ook dit werk van Picasso.
 
In heel zijn werk uit die tijd voelt men dat zo iets als de Guernica daar al in potentie in gegeven was. En het zijn bijzondere omstandigheden die dan, als het ware in één slag, die mo­gelijkheid werkelijkheid deden worden. In januari 1937 krijgt hij de opdracht voor een grote schildering voor het Spaanse Paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Parijs, maar eind april is er nog niets gebeurd. Zelfs geen ontwerp. Dan, de 28e april, het bombardement en de 1e mei de eerste voorstudies. In de eerste ontwerpen vinden we al verschillende elementen die blijvend het aspect van het geheel zullen domineren. De 11e mei worden de hoofdlijnen reeds op het doel aangebracht en een maand later is het werk, hier en daar wat afwijkend van die eerste schets, voltooid. Duidelijk is hieruit hoe Picasso innerlijk geheel rijp was, juist voor een thema als dit, terwijl de zeer concrete aanleiding er borg voor stond dat het niet een leeg vormenspel of ijdele metafysica werd, maar een werk geladen met menselijke inhoud. En dit alles tezamen kan ons doen begrijpen hoe juist dit het meesterwerk der moderne kunst kon, neen, moest worden.
 
Gepubliceerd in Trouw 24, 7, 1956.