ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Beckmann, Max - BM - Deborah Lewer

Max Beckmann: De verloren zoon

Verloren

door Deborah Lewer

Max Beckmann (1884-1950) maakte dit schilderij, Der verlorene Sohn, in de Verenigde Staten in 1949, zijn voorlaatste levensjaar. Het is een krachtige uitbeelding van een keerpunt dat op dit moment nog onzeker is in de grootse gelijkenis van Jezus uit het Lucasevangelie (14:11-32). Het verhaal gaat over twee zoons van wie de jongste zijn erfenis voortijdig opeist en meteen erdoor jaagt. Nadat hij het van zijn vader ontvangen geld vergooid heeft aan ‘losbandig leven’, voelt hij zich ellendig, eerloos en eenzaam. Wanneer hij ten slotte vermoeid en nederig terug naar huis gaat, wordt hij ontvangen door de onverwachte, onverdiende en onvoorwaardelijke liefde van de vader, die zich verblijdt over de terugkeer van zijn verloren zoon. De oudste zoon wentelt zich intussen in bittere boosheid.

We zien de jongste zoon aan een tafel zitten in een onduidelijk vertrek. Generaties kunstenaars hebben hem uitgebeeld als een jonge dwaas die zijn erfenis aan het verkwanselen is, brassend en zwelgend in allerlei excessen met een kleurig gezelschap van drinkers en prostituées. Op het eerste gezicht is het schilderij van Beckmann een reprise van deze vaste traditie. Het drinkgerei en de exotische metgezellen, vooral de halfnaakte vrouw, suggereren een tafereel in een ongure kroeg of een bordeel. Lange tijd waren zulke afbeeldingen geliefd bij opdrachtgevers en verzamelaars die plezier beleefden aan het schunnige onderwerp onder de legitimerende dekmantel van een bijbelse context. Ook kunstenaars wijdden zich graag aan dit onderwerp. Ze stelden vaak zichzelf als de brassende zondaar voor en identificeerden zich met hem.

Kijk dan echter nog eens naar het schilderij van Beckmann. Dit is anders. Hij biedt iets wat psychologisch en theologisch complexer is. Deze verloren zoon, met de handen om zijn hoofd, is uitgeput en moedeloos. Deze weergave is een treffend exposé over leegheid en geïsoleerdheid zelfs in gezelschap. De houding van de verloren zoon – bedekte oren, neergeslagen ogen, handen niet meer naar eten of drinken uitgestoken – suggereert een wens om de zintuiglijke genoegens van de wereld buiten te sluiten en de begeerten die hem zo ver van huis hebben gebracht de kop in te drukken. Hij wordt omringd door verlokkelijke lijven en de verleiding van goedkope omhelzingen, maar ook zijn metgezellen lijken vreugdeloos. Deze wanhoop is gewoonlijk te zien in verbeeldingen van een later moment in het verhaal, waar de zoon in de modder zit, in de steek gelaten en hongerend naar de schillen voor de varkens die hij mag hoeden, net voordat hij ‘tot zichzelf komt’. Het werk van Beckmann zou daarom de vraag kunnen oproepen wanneer dit kind van de vader het meest ‘verloren’ en in de grootste nood is.

Het schilderij is ook een uitnodiging om te kijken naar de andere tafel waaraan deze vermoeide figuur zal aanzitten. Aan het einde van het verhaal wordt er royaal feestgevierd, met geschenken, vrienden en familie. De tafel wordt rijk voorzien van heerlijk voedsel – het gemeste kalf zowaar. Er is muziek en dans. Maar er is ook iemand die zich boos maakt over het feest. Helemaal rechts aan de rand van de compositie zien we een schimmige figuur waarvan de trekken worden verdubbeld door een ander profiel. Deze, en niet de verloren zoon, vertoont de trekken van Beckmann zelf. Deze figuur is te duiden als een getuige. Een gebruikelijk element in het werk van Beckmann is dat de kunstenaar/waarnemer een plaats krijgt aan de rand van het werk of in een andere begrensde ruimte. Maar misschien is hij ook te duiden als de vreugdeloze oudste zoon die thuis gebleven is, met bittere overpeinzingen over de uitspattingen van zijn broer. Het lugubere beeld dat we van de prostituées hebben gaat immers terug op de aanklacht – en de verbeelding – van de jaloerse broer.

De parabel en het schilderij bevatten allebei hoop (zoals het vermoeden van een nieuwe dageraad die we door het venster links zien). Ook stellen ze vragen aan de orde die soms moeilijk onder ogen te zien zijn: over wat we begeren, hoe we oordelen en onszelf kunnen verliezen als we graaien naar wat we als ‘rechtmatig’ eigendom beschouwen.

*******

Max Beckmann: De verloren zoon, 1949, olieverf op doek, 100 x 120 cm. Sprengel Museum Hannover.

Max Beckmann (1884-1950) kan worden beschouwd als de belangrijkste Duitse schilder van de twin­tigste eeuw. Hij zocht dekking tegen fascisme en oorlog in Amsterdam alvorens naar de Verenigde Staten te verhuizen, waar hij de laatste jaren van zijn leven doorbracht. Hij werkte daar als kunstdocent in St. Louis en New York City, waar hij dit schilderij maakte. Beckmann werd in de lutherse kerk gedoopt maar behoorde niet tot een officiële geloofsrichting. Wel onderzocht hij diepe filosofische, theologische en metafysische vragen in al zijn werk. Veel van zijn late werken, zoals het onderhavige, zijn van retrospectieve aard. De kunstenaar reflecteert daarin op jeugdervaringen en op traumatische ervaringen van oorlog, verlies en ontheemding. De vermoeide melancholie van de man ver van huis is treffend als uiting van een kunstenaar in den vreemde, 65 jaar oud, slechts een jaar voor zijn dood.

Deborah Lewer is Senior Lecturer in de kunstgeschiedenis aan de universiteit van Glasgow. Zij is gespecialiseerd in moderne Duitse kunst en in de relatie tussen kunst en theologie.

ArtWay beeldmeditatie 8 augustus 2021