ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

A jaar zondag na Kerst - Rembrandt Loflied Simeon

Rembrandt: De lofzang van Simeon

Een open bestaan

door Henk van Os

Van de vier evangelisten vertelt Lucas de meest beeldende verhalen. Daarom werd hij later de patroonheilige van de schilders. Misschien is dat ook de reden waarom hij als enige van de evangelisten het verhaal vertelt van de presentatie van het kind Jezus in de tempel van Jeruzalem. Je ziet het voor je. Vader Jozef en moeder Maria brengen hun zoon naar het huis van God en brengen als reinigingsoffer twee tortelduiven. Dan zijn daar die twee oudjes, de profetes Anna en Simeon. Anna is altijd in en om de tempel te vinden, Simeon kwam voor de gelegenheid. Hij kwam ‘door de Geest in de tempel’. God had hem beloofd dat hij niet zou sterven zonder zijn Verlosser te hebben gezien. “En toen de ouders het kind Jezus binnenbrachten om met hem te doen overeenkomstig de wet, nam ook hij het in zijn armen en hij loofde God en zei: ‘Nu laat Gij, Here, uw dienstknecht gaan in vrede naar uw woord, want mijn ogen hebben uw heil gezien…’”

In de loop van de geschiedenis van de kerk heeft dit verhaal voor de gelovigen veel verschillende aanknopingspunten geboden. In de eerste eeuwen van de christenheid was het vooral Simeon die de verbeelding prikkelde. Zijn loflied werd het uitgangspunt voor het festum Simeonis. Toen daarna de vereerders van Maria aanknopingspunten voor hun devotie zochten in de Bijbel, verschoof de aandacht van Simeon naar de moeder van Jezus en kwam Maria in de spotlights te staan. De schrijver van de meest gelezen evangelievertelling van de late middeleeuwen, de Meditationes Vitae Christi, laat Maria knielen voor het altaar. Zij offert nu haar zoon aan God. De auteur laat ons haar vereren, die zo nederig is dat zij ondanks de maagdelijke geboorte toch naar de tempel gaat om het reinigingsoffer te brengen. Jozef loopt er wat sukkelig achteraan met de beide tortelduiven, die geofferd moeten worden. Nu is de presentatie in de tempel het feest geworden van de Purificatio Beatae Mariae Virginis, dat door de lichtprocessie die bij die gelegenheid gehouden wordt Maria Lichtmis is gaan heten. Met de Reformatie worden natuurlijk alle lichten op Jezus gericht. Tegenwoordig besteden dominees veel aandacht aan het feit dat Jezus door zijn besnijdenis deel is geworden van de joodse godsdienstige tradities. Hij heeft zich onder de wet gesteld.

Als kind was ik totaal gefascineerd door de presentatie in de tempel. Dat kwam omdat bij ons thuis een reproductie voorhanden was van Rembrandts schilderij in het Mauritshuis. Ik had niet vermoed dat de tempel zo'n majestueus gebouw was, vol van de geheimenissen Gods. Maar nog meer was ik geïmponeerd door die oude Simeon, zingend omhoog blikkend met het heil in zijn armen. Een tranentrekkende voorstelling was het. Nog altijd wanneer het Nunc dimittis klinkt, raak ik ontroerd door de gedachte aan die zingende oude man, die aan het einde van zijn leven in dat kind zijn verlosser herkent.

In de loop van de tijd heeft de lofzang van Simeon mij aanleiding gegeven tot drie overwegingen. In de eerste plaats blijkt uit het verhaal dat het heil een iemand is. Het is een kind dat je in je armen kunt nemen. Zo mogelijk nog indringender dan de meester zelf heeft Rembrandts leerling Aert de Gelder op een ander schilderij in het Mauritshuis die werkelijkheid van het christelijk geloof verbeeld. De verlossing is een Verlosser, die je in je armen kunt houden. Waarbij je dankbaar omhoogkijkt. Steeds weer is in de geschiedenis van de kerk geprobeerd de heilsverwachting te depersonaliseren. Tot een systeem bijvoorbeeld, een abstracte leer of tot een optelsom van normen en waarden. Soms hoor je als een soort minimumgeloof belijden: ‘Er moet toch wel iets zijn.’ Maar in het christendom is er niet iets, maar er is iemand, in wie je gelooft. Dat heeft Simeon ervaren. Het Woord is vleesgeworden.

In de tweede plaats maakt dit verhaal duidelijk dat er op jou gerekend wordt. Er moeten op die dag meer pasgeboren jongens naar de tempel zijn gebracht om besneden te worden. Simeon zag het heil in dat éne kind. Er wordt hem niets bewezen. Niemand is bezig iets dwingend aan te tonen. Hij neemt waar en geeft betekenis aan die ervaring. Zien is geloven. Als er één evangelieverhaal is dat hoop kan geven voor kunsthistorici, dan is het dit. Maar gelukkig niet alleen hoop voor hen. Simeon maakt duidelijk dat het heil voor jou bestaat, wanneer jij het ontdekt. Je moet je wel op de goede plaats ophouden. Simeon kwam ‘door de Geest’ in de tempel, zoals Lucas schrijft, dus niet helemaal toevallig. Hij was op zoek naar vertroosting.

Dat op zoek zijn is het derde wat ik naar aanleiding van dit verhaal ter overweging wil geven. Simeon heeft leren verwachten, zijn hele leven lang. Hij leeft in de wetenschap dat hem iets te wachten staat, het is een open bestaan. Anders is er ook niets te zien of te ontdekken. Maar daar moet je wel in opgevoed worden. Je moet de verhalen kennen, die hoop op die vertroosting geven en de voorstellingen hebben gezien, die daardoor zijn geïnspireerd. Anders is er niets te zien dat geloofd kan worden. Enkele van de vele uren die nu worden besteed aan het aanleren van allerlei soorten vaardigheden in het maatschappelijk verkeer en aan het meningen ontwikkelen over van alles en nog wat, zouden moeten worden besteed aan het vertellen van verhalen, die ooit tot vertroosting zouden kunnen dienen. Het liefst met de afbeeldingen erbij.

*******

Deze meditatie is een gastpreek, die Prof. dr. Henk van Os op 18 januari 2004 hield in de Obrechtkerk in Amsterdam.

Rembrandt Harmensz. van Rijn: De lofzang van Simeon, 1631, olieverf op paneel, 61 x 48 cm, Mauritshuis, Den Haag.

Arent (Aert) de Gelder (1645-1727): Het loflied van Simeon (fragment), 1700, olieverf op doek, 94,5 x 107,5 cm. Mauritshuis, Den Haag.

Rembrandt van Rijn (Leiden, 15 juli 1606 – Amsterdam, 4 oktober 1669) was een Nederlandse kunstschilder, etser en tekenaar. Hij geldt algemeen als een van de grootste schilders en etsers in de Europese kunst en als de belangrijkste Hollandse meester van de 17e eeuw. Rembrandt vervaardigde in totaal ongeveer driehonderd schilderijen, driehonderd etsen en tweeduizend tekeningen, met als bekendste werk De Nachtwacht (1642). Zijn werk behoort tot de barok en is zichtbaar beïnvloed door het caravaggisme, alhoewel hij nooit in Italië is geweest. Zijn opmerkelijke beheersing van het spel met licht en donker, waarbij hij vaak scherpe contrasten (clair-obscur) gebruikte om zo de toeschouwer de voorstelling binnen te voeren, leidde tot levendige scènes vol dramatiek. Rembrandts repertoire bestond uit onder meer bijbelse taferelen, historiestukken en portretten, waaronder opmerkelijk veel zelfportretten.

Arent (Aert) de Gelder (1645-1727) ontving zijn eerste opleiding als kunstenaar van Samuel van Hoogstraten. Vervolgens trok hij naar Amsterdam waar hij van 1661 tot 1663 een opleiding kreeg in het atelier van Rembrandt. Na zijn leertijd keerde De Gelder terug naar Dordrecht. Hij had een expressieve stijl, die hij consequent bleef toepassen, ook toen die manier van werken uit de mode raakte. De Gelders bescheiden familiekapitaal zorgde ervoor dat hij zich niet om de markt hoefde te bekommeren. Hij schilderde bijbelse taferelen en een aantal portretten. In zijn vrije penseelvoering en het gebruik van clair-obscur is de invloed van Rembrandt zichtbaar. De Gelder had wel een voorkeur voor helderder kleuren. Een 22-delige passieserie (1715), die nu verdeeld is over het Amsterdamse Rijksmuseum en Schloss Johannisburg in Aschaffenburg, is wellicht zijn belangrijkste werk.

Henk van Os (1938) studeerde in Groningen waar hij later hoogleraar kunstgeschiedenis werd. In 1969 promoveerde hij op een studie naar voorstellingen van de Maagd Maria in de laatmiddeleeuwse schilderkunst in Siena. De vroege Italiaanse schilderkunst is zijn specialisme. Eind 2016 stopte hij als hoogleraar kunst en samenleving bij de Universiteit van Amsterdam. Van 1989-1996 was hij directeur van het Rijksmuseum in Amsterdam. Bij het grote publiek blijft hij vooral bekend van zijn populaire kunstprogramma’s Beeldenstorm en Kunstschatten, waarin hij met zijn ongekende enthousiasme en de gave om eenvoudig te vertellen kunst toegankelijk maakte voor een groot publiek.

ArtWay beeldmeditatie 31 december 2017