ArtWay

De veertigdagentijd herinnert mij eraan dat ik niet vast hoef te zitten in oude patronen van denken en handelen. Vernieuwing is mogelijk.

Kunstenaars

Dicker-Brandeis, Friedl - BM - Dan Law

Friedl Dicker-Brandeis: Kunst uit Terezín   

 

Veerkracht om te overleven 

door Dan Law 

Deze oefening in de werking van kleuren komt ongetwijfeld alle kunststudenten en docenten bekend voor. Het is maar een eenvoudige werkje, ook al zinderen de dynamische strepen van de energie. Het is dan ook de context die deze studie zo opmerkelijk maakt. 

Dit werk is gemaakt in Terezín (Theresienstadt) in Tsjechië, waar zich een doorgangskamp van de Nazi’s en een Joodse getto bevond. De kunstenaar/ontwerper Friedl Dicker-Brandeis onderwees hier kinderen in de grondbeginselen van tekenen, schilderen en het maken van collages. In totaal leverde dat van 1942 tot 1944 meer dan 4500 werken op. 

Voor veel kinderen in Terezín vormden de lessen, die zich in het strikte geheim afspeelden, een wekelijks houvast waar ze zich de rest van de week op voorbereidden en naar toeleefden. In deze wereld van honger, ziekte en dood hield deze mogelijkheid om te leren, scheppen en groeien in de kennis van schoonheid en waarheid het verlangen om te leven in stand. 

De colleges van Paul Klee aan de Bauhaus academie in Weimar over esthetische empathie hadden grote invloed uitgeoefend op Friedl Dicker-Brandeis. Op basis hiervan onderwees ze haar studenten in vorm, kleur, beweging en materiaal. Ze moedigde de kinderen aan een eigen taal te vinden door middel waarvan ze hun ervaringen, dromen en angsten tot uitdrukking konden brengen. Hoewel de lessen een duidelijke opzet volgden (van kleurtheorie naar landschappen naar de bestudering van de grote meesters), verwierp Dicker-Brandeis iedere poging om de kinderen in een bepaalde richting te dwingen. Ze volgde de filosofie van Johannes Itten dat de eigen innerlijke stem van het kind gerespecteerd en niet gemanipuleerd moet worden door welmenende volwassenen. Daarom werkten de kinderen ook in grote klassen om zo te stimuleren dat kinderen elkaar zouden helpen en bemoedigen in plaats van zich op de docent te richten. Het gebrek aan materialen werd ook gezien als een kans voor de kinderen om te leren samenwerken en delen.   

Vaak kwamen kinderen bang en aangedaan de les binnen. Dicker-Brandeis schreef dat er eens een tienjarig meisje kwam dat niet meer gewoon kon praten, maar het alleen nog maar uit kon schreeuwen. Door een geduldige en liefdevolle bejegening kon het meisje uiteindelijk haar angsten op papier uiten en werd ze ‘heerlijk om mee te werken.’ De tekeningen, schilderijen en collages van de kinderen beschouwde Dicker-Brandeis vensters op wat er binnenin hen leefde. Na iedere les nam ze de tijd om achterop ieder werk wat observaties te schrijven over de innerlijke gesteldheid van het betreffende kind. De lessen schonken veel van hen de benodigde innerlijke veerkracht om te kunnen overleven. De methodes en inzichten van deze aanpak worden vandaag gezien als een belangrijke voorloper van de huidige kunsttherapie.    

In Terezín was het doel van de kunstoefeningen altijd het kind zelf. Dat de kinderen in zeer benauwende omstandigheden op schoonheid gericht waren en een gemeenschap vormden die wortelde in de waarde van ieder individu, was in zichzelf al een daad van verzet tegen een ideologie gebaseerd op haat en macht. Hun studies kunnen daarom net zoveel bewondering oproepen als het werk van de grootste kunstenaar. 

Meer dan 15.000 kinderen werden uiteindelijk van Terezín naar vernietigingskampen getransporteerd, waarvan ze nooit terugkeerden. In de herfst van 1944, na bijna twee jaar vol overgave les te hebben gegeven aan ontelbare studenten, zocht Dicker-Brandeis alle kindertekeningen bij elkaar en verborg ze met behulp van de plaatselijke rabbi op een zolder. Vervolgens ging ze vrijwillig mee op transport naar Auschwitz in de hoop daar haar man te treffen. Ze kwam er op 6 oktober 1944 met haar studenten aan en werd vervolgens omgebracht in Birkenau.  

 

De laatste afbeelding is een eenvoudige aquarel, een studie van de ogen van een kind die Dicker-Brandeis vlak voor haar dood maakte. Denk eens na over wat de ogen van dat nu naamloze kind verlangden te zien en wat het hart van de kunstenaar haar wou geven: onbaatzuchtige liefde, net zo oogverblindend als het licht zelf. 

******* 

Afbeelding 1: Kleurenstudie van een kind in het doorgangskamp in Terezin, Tsechië, gemaakt tussen 1942 en 1944. 

Afbeelding 2: Friedl Dicker-Brandeis: Portret van een kind, gemaakt in het doorgangskamp in Terezin, Tsjechië tussen 1942 en 1944. 

Friedl Dicker-Brandeis (1898-1944) werd in Wenen geboren. Ze studeerde bij Johannes Itten aan zijn privéschool in Wenen en volgde Itten later naar Weimar om te studeren en les te geven aan de Bauhaus academie. Ze legde zich daar van 1919-1923 toe op textielontwerpen, het maken van prenten, boekbinden en typografie. Ze werkte vervolgens als kunstenaar en textielontwerper in Berlijn, Praag en Hronov. Ze trouwde in 1936 met Pavel Brandeis. In december 1942 werd ze met haar man naar Terezin afgevoerd. Daar gaf ze in het geheim kunstlessen aan kinderen. In september 1944 werd haar man naar Auschwitz gedeporteerd. Ze meldde zich vrijwillig aan voor het volgende transport. Ze stierf op 9 oktober 1944 in Birkenau. Haar man Pavel overleefde de oorlog. Na de oorlog werden twee koffers met kindertekeningen naar de Joodse gemeenschap in Praag gebracht. Van de 660 kinderen die ze maakten, waren er 550 omgebracht. De werken bevinden zich nu in de collectie van het Joodse Museum in Praag. Een aantal zijn te bezichtigen in de Pinkas synagoge in Praag. 

Dan Law studeerde ‘kunst en theologie’ aan Regent College in Vancouver, BC, Canada. In 2013 won hij daar de Christianity and the Arts Prize voor de installatie waarop hij afstudeerde. Dan woont en werkt in TofinoBCCanada.  

ArtWay beeldmeditatie 9 november 2014