ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

Jesaja 11, Koninkrijk van vrede van Edward Hicks

  

Edward Hicks: Het koninkrijk van de vrede
Hoop en een vraag
door Irena Tippett
Edward Hicks (1780–1849) was een quakerpredikant in Amerika in de periode na de revolutie. Hij schilderde voornamelijk om zijn magere inkomen aan te vullen en is nu vooral nog bekend als schilder van Het koninkrijk van de vrede. Tijdens zijn leven maakte hij over dit thema rond 60 schilderijen, die alle teruggaan op Jesaja 11. In onze versie uit 1832 schrijft Hicks de plaats waar de bijbelverzen te vinden zijn zelfs op het doek.
Jesaja 11:6-8 luidt als volgt: ‘Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang’ (De Nieuwe Bijbelvertaling).
We zien veel van deze details terug op het schilderij. Er zijn meerdere dieren, zowel wilde als tamme, roofdieren en hun prooi: leeuw, luipaard, wolf, os en lam. Ze lijken samen te leven onder leiding van de centrale figuur, een jong persoon in een wit kleed met een prachtige vermiljoenkleurige sjerp. Deze ‘kleine jongen’ uit de profetie slaat kalm zijn arm om de manen van de leeuw naast hem. Aan de overkant van een ravijn zitten twee jonge mensen, waarvan de jongste via een lijn wordt vastgehouden door de oudste. Ze houden allebei hun hand boven een hol in de grond.
Jesaja’s mooie profetie geeft twee met elkaar verweven soorten hoop weer, hetgeen de kunstenaar voorzag van onuitputtelijk materiaal voor meditatie. De ene grote hoop is gelegen in de komst van het Kind. In Jesaja 11:1 beschrijft Jesaja hem als een telg uit de stronk van Isaï. Hij zal de ‘rechtvaardige spruit’ zijn, de beloofde Messias Koning die van David afstamt. Op ons schilderij staat het statige Kind voor een stronk; in zijn rechter hand houdt hij een telg of takje. Eerdere versies van dit schilderij droegen de titel: ‘Het koninkrijk van de telg’. Hier houdt de tweede hoop verband mee: de komst van een toekomstig koninkrijk waarin sjaloom is hersteld, de natuur is bevrijd van de vloek en allen in vrede samenleven onder de heerschappij van het Kind.
Op zijn schilderijen over het koninkrijk van de vrede plaatst de kunstenaar deze twee soorten hoop in de tegenwoordige tijd en geeft hij het tafereel uit Jesaja weer in een Amerikaans landschap. Vroegere werken tonen Hicks’ optimisme over het leven in Pennsylvania, dat in 1681 gesticht werd door William Penn als veilig toevluchtsoord voor de quakers. In de achtergrond zie je dan soms een schip aan komen varen of William Penn die vrede sluit met de Indianen. Deze schilderijen geven eerder een eigentijds koninkrijk van de vrede weer.  
Ons schilderij is anders. Het landschap is wel Amerikaans, maar er is geen historische gebeurtenis afgebeeld. Bovendien bevat het doek een aantal raadselachtige elementen: een gapend gat trekt ons oog onverbiddelijk naar de stekelige stronk achter het Kind en de baby speelt gevaarlijk dichtbij het ravijn. Bovenal lopen de drie roofkatten in het oog met hun onwerkelijk grote ogen die ons doordringend aankijken. In tegenstelling tot de boerderijdieren met hun zwarte ogen dagen de katten ons uit. Ze eten niet van de maïs die op de grond ligt, maar hebben hun gedachten bij een andere prooi. Is het koninkrijk van de vrede echt van hier en nu?
Het is duidelijk dat Edward Hicks wil dat we diep over deze vraag nadenken. Onze quakerdominee was zich zeer bewust van de hardnekkigheid – ook in een christelijke maatschappij – van de zonde, die hij soms vergelijkt met leeuwen, luipaarden en wolven. Het is de bedoeling dat we staand voor het schilderij onszelf afvragen hoe het nu met ons eigen hart is gesteld en wat voor wilde beesten daar rondwaren.
Het is het Beloofde Kind dat ons de laatste vraag stelt. Met zijn hand op de manen van de leeuw wil hij van ons weten: ‘Je hoopt op de komst van mijn koninkrijk van de vrede, maar heb jij je hart wel geheel en al onder mijn hand geplaatst?’
*******
Edward Hicks, Het Koninkrijk van de vrede, ca. 1830-1832, Metropolitan Museum of Art, New York, olieverf op doek, 45 x 60 cm.
Edward Hicks (1780-1849) was een Amerikaanse ‘folk’ schilder en een vooraanstaand quakerpredikant. Zijn moeder stierf toen hij 18 maanden oud was. Hij werd vervolgens grootgebracht door Elizabeth Twining, een goede vriendin van zijn moeder, die hem een quakeropvoeding gaf. Hij ging werken voor een koetsenmaker, waar hij koetsen en uithangborden leerde beschilderen. Tijdens een ernstige ziekte ging hij opnieuw quakerbijeenkomsten bezoeken en ontpopte zich na verloop van tijd als een geliefd prediker. Hij schilderde vooral voor zijn eigen plezier en voor mensen in zijn directe nabijheid.
Verder lezen: Carolyn J. Weekly, The Kingdoms of Edward Hicks, Williamsburg, Va.: Colonial Williamsburg Foundation, 1999.
Irena Tippett studeerde kunstgeschiedenis aan de University of Toronto en ontdekte daarna aan Regent College in Vancouver de schoonheid van haar studieterrein in relatie tot haar geloof. Naast andere bezigheden spreekt en schrijft ze over deze nieuw gevonden passie.
ArtWay beeldmeditatie 9 december 2012