Artikelen
God schiep de wereld tot vreugde - Wim Rietkerk
God schiep de wereld tot vreugde
Wim Rietkerk
‘Geniet van het leven,’ zegt Prediker keer op keer. Deze oproep tot genieten treffen we niet alleen in het bijbelboek Prediker, maar loopt als een feestelijke draad door heel de Bijbel heen.
‘Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan. Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. Geniet van het leven met de vrouw die je bemint. Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven’ (Prediker 9:7-9). Voor velen van ons is deze nadruk op vreugde, genieten en feestelijkheid wellicht een wat ondergesneeuwd aspect van de bijbelse boodschap.
Ik heb pas een boekje gekregen met de titel When I Relax I Feel Guilty (‘Wanneer ik me ontspan voel ik me schuldig’; door Tim Hanse, 1984). Blijkbaar vinden niet alleen orthodoxe christenen in Nederland genieten moeilijk, maar heeft heel de orthodoxie moeite hiermee. Je bent niet voor je plezier op de wereld, wordt ons van jongs af aan verteld. En christenen zijn zelden goed in sport en kunst, twee kanten van het leven die sterk te maken hebben met genieten. Studio Sport en TMF, we bekijken ze wel, maar dat houden we liever een beetje verborgen. Lekker luieren is verdacht. Toch staat er in de Bijbel nooit een bordje met ‘verboden toegang’ bij het woord genieten. Integendeel, op diverse plaatsen in de Bijbel komt dat woord terug. In het Hooglied wordt erotiek bijvoorbeeld niet alleen geaccepteerd, maar wordt het ook gevierd en genoten. We zijn gewend lezingen te horen over hoe seksualiteit er bij mag horen, maar het Hooglied is een dimensie meer.
Deze extra dimensie heeft niet alleen te maken met de gewone dingen van het leven zoals ons werk, ons huwelijk, sport en spel, maar ook met ons geloof en geloofsleven. In de Catechismus van Genève wordt in het eerste artikel gevraagd: ‘Waarvoor is de mens geschapen?’ En dan geeft Calvijn een heel mooi antwoord: ‘Om de Here God te dienen en voor altijd van Hem te genieten.’ Die extra dimensie geldt wel degelijk ook voor ons geloof. En zouden ook kunst en creativiteit ooit denkbaar zijn zonder genieten?
Genieten mag
Wat is genieten? Je zult misschien zeggen: kijk maar om je heen. Op het strand, in de warenhuizen, in de restaurants. Wat zijn we levensgenieters! Toch wil ik daar een vraagteken bij zetten. Het kan mij overkomen dat ik een diner heb gehad met een overladen tafel en daarna in mijn bed rol en denk: heb ik daar nu echt van genoten? Want genieten en genieten is twee. Genieten in de zin van het inhalig naar mezelf toehalen en het royaal opmaken: is dat genieten? Wij weten als Europeanen wat dat is. Het is ten voeten uit de mentaliteit die in Prediker 2 beschreven wordt, waar de Prediker beschrijft: ik bouwde huizen, plantte wijngaarden, ik kocht slaven en slavinnen, bezat een talrijk bezit aan runderen en kleinvee, vergaarde mij zilver en goud, verschafte me zangers en zangeressen, dingen die de mensen bekoren, alle mogelijke genietingen. ‘Grootse dingen heb ik ondernomen en meer bezit vergaard dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. En bij alles wat ik voor mezelf verworven had, behield ik ook mijn wijsheid.’ En dan steekt hem ineens de angel van de vergankelijkheid en de dood. En hij zegt: wat ben ik een dwaas geweest om daarnaar te zoeken. Het is alles ijdelheid en najagen van wind. Want ik moet het straks achterlaten voor een mens die na mij zijn zal. En wie weet hoe hij zal zijn en wat hij ermee gaat doen?
Prediker verhaalt hier hoe hij geprobeerd heeft alles bij elkaar te graaien en hoe hij vervolgens bemerkte hoe leeg hem dat liet. Toen hij dat geleerd had, kon hij gaan ontdekken dat het toch een gave van God is als een mens leert genieten. Die andere vorm van genieten wordt dan ook in het boek Prediker op diverse plaatsen heel nadrukkelijk genoemd. Zo eindigt hoofdstuk 2 met: ‘Het is daarom nog maar het beste voor een mens dat hij zich aan eten en drinken te goed doet en volop geniet van alles wat hij moeizaam heeft verworven. En ook dat, zo heb ik ingezien, is in de hand van God. Want wie, zegt Hij, kan zich te goed doen en genieten zonder dat Ik ermee instem?’ Ineens merkt hij dat het werkelijke genieten pas terugkeert als God in je leven komt.
Vreugde
In hoofdstuk 9 zegt de Prediker: ‘Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn.’ Eet je brood en drink je wijn niet zonder erbij na te denken maar doe het met vreugde, geniet ervan. ‘Want God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan.’ Dit woord uit Prediker vind ik een van de diepste uit heel de Bijbel. Het stoot door naar het doel van de schepping. Waarom heeft God de wereld geschapen? De wereld is geschapen tot vreugde. Als er geen zondeval was geweest, dan was dit een uitbundige wereld geweest, waarin we onszelf iedere dag in vreugde zouden kunnen verliezen in Hem en al het geschapene en ervan zouden kunnen genieten. Als dat opeens in deze gebroken wereld toch weer doorschijnt, zegt Prediker, dan is dat een gave van God en laat dat zien dat God dit allang zo gewild heeft. De wereld is tot vreugde geschapen en dat is dan ook het diepste doel van ons leven. Missen we die vreugde, dan missen we ons doel.
Dan gaat de tekst verder: ‘Draag altijd vrolijke kleren.’ Vrolijke kleren zijn feestkleren, wij zouden zeggen je zondagse pak of kleren waarmee je naar een bruiloft gaat. Laat iedere dag, te allen tijde, in je kleren iets feestelijks zien. Maak van iedere dag een feestdag. ‘Kies een feestelijk geur.’ Dat is parfum. Zorg dat je altijd lekker ruikt, zodat anderen en jezelf ervan kunnen genieten. ‘Geniet van het leven met de vrouw die je bemint.’ Dit verbindt ons weer helemaal met het Hooglied. Er is volledig plaats in de Schrift voor het genieten van de erotiek, het spel tussen man en vrouw. ‘Geniet op alle dagen van je leven, die God je heeft gegeven. Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet op elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven.’ Het leven is een gave van God. Het is juist dat wat diepte geeft: het besef dat ik het gekregen heb en dat ik er daarom met vreugde van mag genieten.
Intensief zien
Wat is genieten? In het Hebreeuws is het woord voor genieten een intensieve werkwoordsvorm van het woord zien. Genieten is intensief zien. Is het niet juist de getrainde kunstenaar die hierin uitblinkt en die de gemeente als het ware een handje moet helpen om dit intensief zien en genieten te leren? Er staat ook nog een ander werkwoord voor genieten in Prediker: je in iets vermeien. Je kijkt ernaar, maar tegelijk dat je ernaar kijkt, verlies je je erin. Dat noemt de Schrift genieten. Vincent van Gogh zei eens in een brief: ‘Ik zie dat de natuur mij iets gezegd heeft.’ Dat zit hier dicht tegenaan. Ik vermei me zo in wat de natuur me laat zien, dat ik ineens ga merken dat het een schepping van God is en dat Hij daarin iets aan mij te zeggen heeft.
Jezelf in iets verliezen maakt ook dat je jezelf loslaat. Het kind zit op de fiets, het gaat er helemaal in op. Dat is nu genieten. In de avondstilte zitten en niets doen. Gewoon je in de rust laten trekken en dan ineens alles loslaten. Echt genieten is niet gretig naar je toe halen wat je maar krijgen kunt. Nee, zegt de Schrift, het is precies het omgekeerde. Het is niet naar je toehalen, maar het is je overgeven en je in de dingen verliezen.
Loslaten
Hoe kunnen we dat? Is het eigenlijk niet een innerlijke tegenstrijdigheid dat orthodoxe mensen dat niet zouden kunnen? Want dit raakt heel diep aan de kern van ons geestelijk leven. Loslaten en je kunnen toevertrouwen hangt direct samen met de spiritualiteit van de Reformatie. Het zijn juist Luther en Calvijn geweest die ons geleerd hebben dat we alleen dan echt op de weg van Christus gaan, als we leren de lege handen van het geloof op te heffen en ons de genade van God te laten geven, en onszelf zo los te laten. Het is de wet van het tarwegraan. We moeten onszelf durven toevertrouwen aan Hem vanuit het besef dat het herstel van het leven een geschenk is.
Hoe kunnen wij nu genieten? De Bijbel geeft hierop een heel duidelijk, concreet en verrassend antwoord. Zo lezen we in Jesaja 58:13,14: gun je voeten rust op de sabbat, noem hem een dag van vreugde, staak je dagelijkse bezigheden, doe geen zaken en dan zul je vreugde aan Mij beleven en Ik zal je laten genieten van het land dat Ik je in eigendom zal geven.
Het genieten kan weer terugkomen als we niet over de sabbat heenlopen. De sabbat houden betekent loslaten: je werk staken, je winst opgeven, niet doorgaan met jagen. En dan, zegt de profeet, belooft God dat Hij je het land weer in je macht zal geven. We denken dat we het dan juist kwijt zullen raken en nooit meer met de anderen zullen kunnen concurreren. We denken dat we de dingen in onze macht moeten houden, maar het omgekeerde is dan het geval: dat land heeft ons in de macht en maakt ons tot slaaf.
Dat kun je op alle terreinen van het leven toepassen, op je werk, je huwelijk, je gezin of je vakantie. En nu zegt de profeet: laat het allemaal los, vier de sabbat en dan zullen de dingen hun greep op jou loslaten en zal God het je geven. Het is wonderlijk dat hier deze geestelijke wet wordt geleerd bij iets dat zo oppervlakkig lijkt: genieten. Pas wie loslaat, begeeft zich op de weg van het genieten. Ik moet denken aan een man die hoorde dat hij kanker had. Hij mocht nog één lente meemaken. Hij vertelde me hoe hij intens genoot van de knoppen in de bomen en van de bloemen. Hij had het eigenlijk al losgelaten en kreeg het toen op verrassende wijze van God weer terug.
Uit het boek van Wim Rietkerk: Die ver is nabij. In de relatie met God komt de mens tot zijn recht. Kok – Kampen, 2005 (samenstelling en redactie Marleen Hengelaar-Rookmaaker)